GeoCruiser

Ceuta - Algeciras en daarna naar huis

Google Translate

Vrijdag, 11 november 2011
We reden Marokko uit en de grens over van de Spaanse enclave Ceuta. Bij de Spaanse douane wilde men alleen de paspoorten zien. In Ceuta zochten we en vonden we de haven waar de ferry's aanlegden. Daar hebben we meer dan een uur in de rij staan niksen. En dan opeens komt een haastige ambtenaar en hij rammelde voor de klanten de boarding-formulieren uit de computer. Daarna kwamen we weer bij een douanepost en werd er een hond op de auto's losgelaten (waarschijnlijk op zoek naar verdovende middelen). Sommige auto's werden aan de kant gezet en moesten worden geopend.
Wij mochten hier doorrijden, maar verderop was er een politiecontrole en onze auto moest achter weer worden geopend. Bij het zien van de ingewikkelde sluiting van de reservewielhouders op de achterbumper hoefde de auto toch niet opengemaakt te worden. Dat was ons prima.
Uiteindelijk gingen we aan boord en konden we de auto op het benedendek achterlaten. In een comfortabele lounge brachten we de overtocht van Ceuta naar Algeciras door. Rob had die ochtend zijn reisziektemedicatie ingenomen en dat heeft weer prima geholpen.

Oversteek op de Garmin GPSmap 278 GeoCruiser aan boord van de ferry

In Algeciras moesten we weer door de douane en kwam er weer een hond langs om aan de auto's te snuffelen. Na een zoveelste paspoortencontrole mochten we Spanje inrijden.
In Algeciras zochten we dezelfde supermarkt op, die we op de heenweg hadden bezocht. Hier deden we de nodige boodschappen.

Om onderweg zolang mogelijk aangenaam weer te hebben, hebben we besloten langs de Middellandse Zeekust noordwaarts te rijden. In Torrox Costa, even voorbij Malaga, vonden we na het vallen van de duisternis een camping, El Pino. Eindelijk hadden we weer een camping met fatsoenlijke voorzieningen.
We besloten er een dag langer te blijven staan.

Zaterdag, 12 november 2011.
We hebben allebei flink uitgeslapen, aan het verslag gewerkt, gelezen en geluierd.

Torox Costa, El Pino Avocado-boom

Op zondag wilden we flink wat kilometers maken. Maar een Nederlander hield ons bij vertrek veel te lang aan de praat. Daardoor zijn we later vertrokken. Vrij snel na ons vertrek was er een snelweg helemaal afgesloten. Het alternatief was de oude kustweg langs Costa Plastica volgen. Dus we hebben daar alle rotondes, verkeerslichten, verkeersdrempels en wegopbrekingen gezien. Uiteindelijk zijn we deze dag niet echt opgeschoten, maar we hebben toch nog 450 km gereden.

Spaanse zuidkust: Costa Plastica

In de buurt van Benidorm zochten we onze volgende camping. Het werd camping Cap-Blanche in Altea (Benidorm) aan de boulevard. Dit is een luxe camping en alle paden zijn er geasfalteerd. Het staan vooral veel Nederlanders. Er stond ook een Nederlandse Troopie (Grardus uit Veldhoven). Natuurlijk hebben we met elkaar over de auto's gesproken en bij elkaar onder de motorkap gekeken. Vlakbij stond Peter, hij heeft Gerard en Betty hier een keer gezien en hij herkende delen van hun auto in onze auto, dat klopt dus ook. Peter heeft met zijn vrouw een camping in Luxemburg, camping Um Bierg in Tarchamps. We hebben beloofd, als we daar in de buurt zijn, een keer te komen kamperen.

We bleven de maandag nog een dag in Altea. We wilden nog wat genieten. Maar om half negen v.m. was het al uit met de rust. Er werden sleuven geslepen in het asfalt van de campingwegen. Hoogspanningsleidingen moesten worden ingegraven. De hele dag hadden we herrie.
Ook in Altea was het herfst geworden, dus iedereen bleek een bezem te hebben en daar werd driftig gebruik van gemaakt. Alle gevallen blaadjes werden direct bijeen geveegd, want de camping moet er natuurlijk strak uit blijven zien. Wij deden niet aan deze nationale volksbezigheid mee, we zijn een wandeling in Altea gaan maken.
Op dinsdag hebben we niet meer bijgeboekt.

We hebben tijdens onze reis door Europa steeds gebruik gemaakt van de kortingenkaart met de Camping-Card gids van ACSI. Dat is ons goed bevallen. Maar in november is het moeiljk om nog een camping te vinden, die nog open is. Vooral ten noorden van Barcelona wordt dat een probleem. Dan zijn veel campings gedurende de winter gesloten.

Camping in Altea Dadelpalm

Altea, boulevard

Dinsdag, 15 november 2011
Het had de afgelopen nacht geregend. Dat maakte de beslissing om verder te gaan wat makkelijker. Het werd een rustige dag auto rijden; we reden naar Sitges, ca. 50 km zuidelijk van Barcelona. Aangekomen op camping El Garrofer bleek dat het daar stevig had geregend. We konden zien dat grote delen van de camping blank hadden gestaan. Het was er nat en koud. Om toch nog wat te kunnen genieten aten we in het restaurant van de camping.

Na één overnachting in het koude Sitges reden we op woensdag verder. We zaten bijtijds in de auto en we passeerden het drukke Barcelona. In de Pyreneeën regende het. We reden door tot Lyon. Bij een supermarché, hebben we nog wat boodschappen gedaan. Na 640 km konden we de auto met rust laten.

Kamperen was met deze regen, wind en kou niet aangenaam meer. We hadden besloten een goedkoop hotelletje te nemen. Via onze Annie (Garmin GPSmap 278) vonden we snel een Formule I hotel. Voor €39 hadden we een kamer met ontbijt. Toilet en douches waren op de gang. Als kampeerders wisten we niet beter. We hebben er prima geslapen.

Donderdag, 17 november 2011
Na vertrek tankten we in Lyon nog bij een supermarché (€0,15 per liter goedkoper) en reden we naar het noorden. In Luxemburg tankten we helemaal vol en na 12 uur rijden waren we thuis. Het was onze langste dag in deze auto. We hebben deze dag 828 km gereden.

Zweefmolen... mistmolen ...

Heksenbezems Heksenbezem

Bij een dergelijke reis horen conclusies: