GeoCruiser

Heenreis door de westelijke Balkan-landen

Google Translate

5 juni
Het werd tijd om kilometers te gaan maken. Griekenland was nog ver weg. Het zat er niet in dat we deze dag al de Alpen over konden steken.
We kozen ervoor om een camping te bezoeken, die we het jaar ervoor ook al hadden bezocht; het was er goed toeven en we hoefden er niet ver voor om te rijden. Dus reden we naar St. Veit im Pongau (Oostenrijk).
De dag daarop reden we via Villach en daarna door de Karawankentunnel Slovenië binnen. Net als in Oostenrijk moesten we een autobaanvignet aanschaffen, daarnaast betaal je hier en daar nog extra tol. In Slovenië bleven we zo veel als mogelijk de snelweg volgen. Via Ljubljana en Novo Mesto schoten we goed op. Alleen onze nieuwe Garmin Nüvi ging in de fout en stuurde ons het laatste stuk via enkele B-weggetjes Kroatië in.
Ten westen van Karlovac vonden we in Duga Resa een camping (Auto Kamp). Onderweg werden we nog een paar keer verkeerd gestuurd, het bleek dat o.a. een weg naar een kasteel van de berg was afgegleden. De kaartdekking van onze nieuwe Garmin was niet best in deze westelijke Balkan-staten. De allerbelangrijkste wegen zijn te volgen en dan laat de Garmin je verder in de steek. Het kwam dus wat meer neer op het ouderwetse kaartlezen.

Intussen is het verzamelen van de ovale landenstickers weer begonnen, zodat we de collectie op de auto kunnen uitbreiden; een verdubbeling van het aantal moet tijdens deze reis zeker lukken. In Slovenië en Kroatië hebben we geld gewisseld, vooral de kleinere bedragen kun je niet anders betalen dan met contant geld.

St. Veit im Pongau, Oostenrijk Kasteel bij Duga Resa, Kroatië

7 juni
In de voorbereiding van deze reis hebben we een aantal plaatsen op de werelderfgoedlijst uitgezocht die de moeite waard van een bezoek leken. De watervallen van Plitvicka Jezera waren voor ons een positieve verrassing. Je kunt hier dagenlang doorbrengen, maar na enkele uren watervallen zien, was het voor ons alweer genoeg.
's Ochtends zijn we vanuit Duga Resa vertrokken en we zijn doorgereden naar de watervallen. Daar kwamen we opnieuw het jonge Duitse stel tegen. Onderweg hadden we elkaar in Oostenrijk ook al eens gezien op de snelweg. Ze hadden ons al eens verteld dat ze naar Kroatië onderweg waren, maar dit toeval werd steeds groter.

Na de watervallen zochten we een dichtbij gelegen camping op. Deze lag in Irinovac en wie kwamen we daar tegen, juist hetzelfde stel uit Duitsland. Nu zijn we met de camper naast hen gaan staan en hebben we gezellig met elkaar zitten kletsen. We zijn er niet achter gekomen wat het toeval zou kunnen zijn. We hebben hen dit wel gevraagd. De volgende dag hebben we van het stel afscheid genomen.

Plitvicka Jezera, watervallen

Plitvicka Jezera, veel watervallen

Plitvicka Jezera

Plitvicka Jezera ... waterslang

Plitvicka Jezera ... en meren

Plitvicka Jezera vlinder

Plitvicka Jezera

Er moest nog een flinke afstand worden overbrugd. We zaten al dicht bij de grensovergang naar Bosnië-Herzegovina. Via Bihac, Bosanski-Petrovac, Sisa Gora en Bugojno reden we naar Mostar. Dat was ons einddoel voor die dag. In het noorden van dit land zijn er grote vlaktes die helemaal onbewoond zijn en steeds verder naar het zuiden toe wordt het land ruiger. We reden zelfs langs besneeuwde bergen. Op de weg naar Mostar kom je door een prachtig canyon-landschap.

In de landen van het oude Joegoslavië zijn de gevolgen van de diverse oorlogen halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw nog zeer goed zichtbaar. Veel huizen zijn kapot (geschoten, geplunderd) verlaten of nooit afgebouwd.

Panoramafoto: een dal in Bosnië-Herzegovina en besneeuwde bergen

In de westelijke Balkan-landen zijn buiten het kustgebied weinig campings, maar in de buurt van een toeristisch trekpleister is het een kwestie van geduld hebben en dan vind je langs de hoofdwegen altijd wel een camping. Deze keer vonden we er één in Blagaj, net onder Mostar. Van dit land en andere afgelegen Balkanstaten hadden we geen campinggidsen.

Een andere test deze vakantie is; hoe ons rijden-rusten schema zou werken. Tijdens onze reizen door Australië reisden we vaak te veel dagen achter elkaar door. Nu proberen we vaker een dag rust in te bouwen. Het liefst om de andere dag een dag rusten.

De camping van Blagaj was hier wel geschikt voor. Na onze eerste nacht in Blagaj reden we naar Mostar en bezochten we de wereldberoemde oude brug die in de oorlog aan flarden was geschoten. De brug is weer helemaal herbouwd.
Mostar trekt vele busladingen toeristen, ook de opdringerige Japanners waren er weer duidelijk aanwezig. Het toerisme trekt ook ander volk; dat zijn bedelaars, zigeuners en andere arme mensen. Opvallend in deze stad Mostar zijn de vele huizen, die nog steeds sporen van de oorlog vertonen. Vele huizen hebben honderden kogelgaten in de muren. Het was er niet aangenaam vertoeven. Dus we maakten ons weer snel uit de voeten.

Mostar

Mostar

Mostar, vernieuwde oude brug

Op advies van andere toeristen zochten we verderop in Blagaj een bron met een oud huis als bezienswaardigheid. We waren al laat in de middag en er waren verder geen toeristen. Op een plein dachten we onze auto gratis te kunnen parkeren, want er waren geen aanwijzingen voor parkeerkosten. Er kwam echter een schimmig figuur die kwam vertellen dat er betaald moest worden voor het parkeren. We hebben onze beurt maar voorbij laten gaan en we hebben een restaurant opgezocht voor een slokje en een hapje. In het eerste restaurant konden we niet eten, maar bij de buurman wel. We hebben er heerlijk gegeten en we kregen een lokaal gerecht (taartje) als toetje gratis. De camping van de vorige nacht zochten we weer op en we namen dit keer een ander plekje. Andere kampeerders die wat langer wilden blijven, werden naar een zijveldje gedirigeerd; er zou de volgende dag een club van 23 Nederlandse campers komen.

Tijdens het begin van onze vakantie sliep Rob niet altijd even goed maar gaandeweg werd dat steeds beter, ondanks allerlei blaffende honden en andere storende herrie 's nachts.

Het mooie weer dat op de eerste beursdag in Bad Kissingen voor ons was begonnen, was intussen uitgelopen op een hittegolf, alles beter dan kou en regen. We hoefden met het mooie weer ook geen achtertent op te zetten en het luifel voldeed prima. Het luifel had wel iets groter mogen zijn, maar dan had het niet op de auto gepast.

10 juni
Na Mostar en Blagaj reden we weer in zuidelijke richting verder. Vlak voor de grens deden we nog even boodschappen en daarna passeerden we de grens met Kroatië en even verderop passeerden we de grens met Bosnië-Herzegovina en voor de derde keer gingen we deze vakantie Kroatië in. Via Dubrovnik volgden we een prachtige kustweg en nog verder naar het zuiden passeerden we de grens met Montenegro. Kotor was onze eindbestemming voor deze dag. Langs de Golf van Kotor (Boka Kotorska), dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat, reden we naar Kotor. We kwamen er wat later in de middag aan en we konden snel een parkeerplek vinden. Kotor staat ook op de lijst van Werelderfgoed van de Unesco. Het is een oude ommuurde stad, waarvan alle huizen in de oorspronkelijke staat zijn of worden gerestaureerd. We hebben er veel gefotografeerd. Het bezoek was zeker de moeite waard.

Adriatische Zee kust

Boka Kotorska

Boka Kotorska

Boka Kotorska

Kotor, vesting en kerk Kotor

Kotor, vesting Kotor

Kotor

Kotor

Kotor Kotor, vesting

Een stuk voorbij Kotor vonden we zuidelijk van Budva eindelijk een camping. Er was veel schaduw van vijgenbomen, maar met de voorzieningen was het niet best gesteld. Er waren alleen hurktoiletten, deze waren zo oud en gebarsten dat er geen sprake van enige hygiëne kon zijn. Bij warm weer was het water nog redelijk op temperatuur voor de openluchtdouche.
De club van campers uit NL, nu 22 stuks, zouden de volgende dag op deze camping neerstrijken. We bleven ze steeds een dag voor.

Kotor, vesting

Camping bij Budva GeoCruiser met luifel

Tijdens de weekeinden in Duitsland werd Rob aan het denken gezet. We vertelden iemand dat we via de Balkan naar Griekenland zouden rijden en dat we om Albanië heen zouden rijden. Hij vroeg ons waarom we niet door Albanië zouden gaan. Daar hadden we geen antwoord op. Misschien was dat het onbekende, of anders de armoede, of onvoorbereid, of .., we konden er geen antwoord op geven.
We besloten er voor te gaan en ook deze uitdaging aan te gaan. Langs alweer een prachtige route langs de kust van de Adriatische Zee probeerden we via een binnendoorweggetje een stuk af te snijden, maar onze autonavigatie stuurde ons steeds de verkeerde kant op en uiteindelijk zijn we via de hoofdroute (omweg) terecht gekomen bij de grens met Albanië.
De grensovergang naar Albanië gaf geen extra oponthoud.

Houten brug over de grensrivier Buenë

Direct over de Albanese grens werden de verschillen duidelijk met de overige Westelijke Balkanlanden. Bedelarij is duidelijk aanwezig, het verkeer is een puinhoop, de infrastructuur is verschrikkelijk en iedereen doet maar raak.
Via Shkodër en Lehzë reden we naar Tirana, de hoofdstad. Het is ons niet gelukt een AL-sticker te bemachtigen, ze zijn waarschijnlijk erg schaars.
De winkeltjes bij de benzinestations verkopen alleen maar wat flessen motorolie, verder zijn er alleen maar lege schappen. We wilden brandstof tanken en we stopten bij een tankstation. Er bleek helemaal niets verkocht te worden. En dan even verderop was er een nieuw tankstation waar alleen brandstof verkocht werd, ze verkochten geen olie en geen landenstickers. Vreemd was dat veel tankstations vervallen en verlaten waren. In Albanië worden langs de weg allerlei soorten groenten en fruit aangeboden, maar ook allerlei gebruiksvoorwerpen.
Op de hoofdwegen en snelwegen lopen mensen, spelen kinderen en zijn er ezelkarretjes. Voetpaden zijn er niet bekend.

Langs Albaanse hoofdwegen Weg naar de hoofdstad Tirana

Leeg tankstation Kraampjes

Onderweg naar Tirana werd er aan de weg gewerkt. De weg werd verheven tot snelweg met 2×2 rijstroken, maar er waren geen omleidingen, dus iedereen reed door de afgegraven stukken weg en over steen- en zandhopen heen.
Er werd op de verkeerde weghelft gereden, men reed tussen de walsen en asfalteermachines door en de wegwerkers hadden geen enkele bescherming tegen deze kolderieke toestand.

Onderweg kun je vrijwel nergens even stoppen om de benen te strekken of om iets te eten of te drinken, want er is nergens schaduw. Openbare toiletten hebben we niet gezien.

Wegwerkzaamheden Bus klimt uit een wegafgraving

Tirana is een ramp voor de automobilisten; op tweebaanswegen rijden zomaar ineens vijf rijen dik de auto's, men haalt elkaar links en rechts in en dan opeens rijden er weer drie rijen naast elkaar. Er is geen pijl op te trekken. De autonavigatie raakte er ook helemaal de kluts kwijt, dus kregen we een extraatje in de vorm van een verkeerde afslag midden in Tirana.

Tirana Tirana

Uiteindelijk vonden we de snelweg naar de volgende stad, naar Elbasan. Dat was schrikken, het staat op de kaart als een snelweg maar de weg is niet meer dan een weg met twee rijstroken, een strook heen en de ander terug. De weg voert je naar grote hoogten en op een gegeven ogenblik rijd je op een smalle bergrug met aan weerszijden afgronden van vele honderden meters diep.
Pffff . . .
Na Elbasan werd de rit wat makkelijker en rustiger. Onderweg zagen we vele tientallen offroad motorfietsen dik onder gedroogde gele modder; er waren ook een stel 4WD auto's bij die ook onder de blubber zaten.
Later bleek dat er een rally gaande was in Albanië.

Tussen Tirana en Elbasan

Tussen Tirana en Elbasan

Elbasan

Elbasan

Handel

Oude vrachtwagens ... en heel vies

Campings hebben we niet gezien in Albanië, dus reden we door naar Macedonië, naar het meer van Ohrid. Dit meer ligt op de grens van Albanië en Macedonië. Het stadje Ohrid staat ook op de lijst van werelderfgoed van de Unesco. Het was al redelijk laat in de middag dus zochten we eerst een camping. Die vonden we ten zuiden van Ohrid vlakbij het meer van Ohrid. Tussen de camping en het meer liep een drukke lokale weg. Het was een camping voor vooral seizoenskampeerders en het seizoen was nog niet begonnen dus was het vrij rustig en toch vol. We werden ergens tussen gefrommeld. Maar wij hadden een plekje.

12 juni
Het was weer tijd geworden voor een rustdag. Nettie heeft een flinke was gedaan, Rob heeft haar geholpen met uitwringen en ophangen van de was. Er waren geen voorzieningen dan alleen koud water uit de kraan.
Net als een huishouden altijd klusjes heeft, heeft een klein huishouden ook klusjes, kleine klusjes. Nadat deze gedaan waren, hebben we het er van genomen en hebben we alle twee zitten lezen, heerlijk.

13-06
We wilden deze dag het oude stadje Ohrid bezoeken. Onderweg tankten we eerst helemaal vol. Beide brandstoftanks werden volgepompt. De prijs van de diesel in Macedonië is ca. 30% goedkoper dan in Nederland. En in Griekenland liggen de prijzen van de diesel zelfs iets hoger dan in Nederland. Met volle tanks (270 liter) konden we voorlopig even vooruit.
We hadden geen locale valuta gewisseld, dat gaf bij het parkeren bij het centrum van het stadje problemen. Er was parkeerplaats genoeg, maar er kwam weer een wazig persoon naar de auto toe en die wilde geld zien. Verderop waren er geen parkeerplaatsen meer. We zijn toen maar doorgereden. Griekenland was niet ver meer.
Dicht bij de stad Bitola gingen we de grens over. Voor inwoners van de EU wordt er niet moeilijk gedaan bij de grensovergang. We konden vrij snel passeren.

Macedonië, oud transport
Macedonië, oud transport ... maar wel vriendelijk zwaaien

Macedonië, op weg naar Bitola Bitola

Bitola Griekenland

Athene, nog maar 526 km